4. Hoe lang is een termijn waarvoor een ambtsdrager gekozen wordt?
Dat betreft vier kalenderjaren. Een termijn begint op 1 januari van een even jaar en eindigt op 31 december van een oneven jaar. Wie bijvoorbeeld op 1 januari 2020 bevestigd wordt, is aftredend op 31 december 2023.
Zie ordinantie 1, artikel 1, lid 5.
5. Wie bepaalt welke ambtsdrager op welk moment aftredend is?
De kerkenraad houdt hiervoor een rooster van aftreden aan. Omdat elke termijn vier kalenderjaren omvat en er elke twee jaar verkiezingen zijn, betekent het dat elk oneven jaar de helft van het totaal aantal ouderlingen en diakenen aftredend is. Dit moet zo gelijkmatig als mogelijk over de ouderlingen en diakenen worden verdeeld.
6. Is er een voorbeeld beschikbaar van een rooster van aftreden?
Ja. Op de website van de kerk is een voorbeeld te vinden wat toegepast kan worden in de eigen gemeente. Klik hier voor het voorbeeld.
7. Hoe lang kan een ambtsdrager dienen als hij tussentijds bevestigd is?
Hij maakt de termijn af van degene in wiens vacature hij bevestigd is. Dit betekent dat zijn eerste termijn minder dan vier jaar is. Daarna kan hij nog tweemaal (her)bevestigd worden.
8. Hoe vaak kan een ambtsdrager achter elkaar bevestigd worden?
Een ambtsdrager kan na zijn eerste bevestiging nog twee keer aansluitend (her)bevestigd worden. Daarna is hij aftredend en niet herkiesbaar. Dit betekent dat een ambtsdrager maximaal twaalf jaren achtereen kan dienen. Na zijn afreden is hij elf maanden niet verkiesbaar.
9. Is het mogelijk om een diaken, die zijn herverkiezing heeft aanvaard, maar nog niet opnieuw is bevestigd, op dubbeltal te stellen voor een vacature ouderling?
In geestelijk opzicht kan dit gevoelig liggen. Een diaken die zojuist zijn herverkiezing heeft aanvaard, wordt immers direct of kort erna verkozen tot ouderling. Principieel is er echter geen onderscheid met een diaken die halverwege zijn termijn wordt verkozen tot ouderling. In beide situaties geldt dat iemand nadat hij twee keer opnieuw gekozen is, niet in aanmerking komt om verkozen te worden tot ouderling.
10. Zijn er leeftijdsgrenzen?
Ja. Iemand die zeventig jaar of ouder is, is na afloop van zijn zittingstermijn pas na 11 maanden weer herkiesbaar. Met andere woorden iemand die zeventig jaar of ouder is, dient aan het einde van zijn termijn af te treden. Het is mogelijk om dispensatie voor deze regel te krijgen. Daartoe kan door de kerkenraad een met reden omkleed verzoek ingediend worden bij het breed moderamen van de classicale vergadering. Dit verzoek dient voorafgaande (!) aan de start van de verkiezingsprocedure aangevraagd te worden.
Zie ordinantie 1, artikel 15, lid 8.