11. Wie mogen een stem uitbrengen?
Dat zijn alle belijdende leden die zijn ingeschreven in het lidmatenregister van de gemeente. Op hen mogen geen bijzondere middelen tot handhaving van de kerkelijke tucht van toepassing zijn. Tevens moet hij of zij ‘niet in gebreke zijn gebleven over het voorafgaande kalenderjaar zijn in ordinantie 16-8-1 bedoelde periodieke bijdrage te voldoen.’ Deze laatste bepaling heeft historische wortels en is nu meer symbolisch. Het bepaalt de leden van de kerk erbij dat naar draagkracht financieel bijgedragen mag worden aan de gemeente.
Zie ordinantie 3, artikel 2, lid 2.
In de plaatselijke regeling kan een gemeente vastleggen dat in plaats van alle lidmaten (= belijdende leden) alleen mannelijke lidmaten de bevoegdheid hebben tot het verkiezen van ouderlingen en diakenen. Deze plaatselijke regeling dient opgesteld te worden volgens het bepaalde in ordinantie 1, artikel 3, lid 4.
Zie ordinantie 3, artikel 2, lid 3.
12. Wie kunnen gekozen worden?
Dat zijn mannelijke lidmaten die ingeschreven zijn in de ledenregistratie. Op hen mogen geen bijzondere middelen tot handhaving van de kerkelijke tucht van toepassing zijn. En hij is ‘niet in gebreke gebleven over het voorafgaande kalenderjaar zijn in ordinantie 16-8-1 bedoelde periodieke bijdrage te voldoen.’
Zie ordinantie 3, artikel 2, lid 3.