22. Kan er per volmacht worden gestemd?
Nee, dat is niet mogelijk. De kerkorde gaat uit van een stemmingsvergadering waarbij de stemgerechtigde leden daadwerkelijk aanwezig zijn om hun stem uit te brengen. Het is dan ook wenselijk dat er daadwerkelijk een stemmingsvergadering plaatsvindt.
23. Wanneer is iemand gekozen?
Wanneer hij de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen heeft gekregen. De volstrekte meerderheid betekent dat bij 10 uitgebrachte geldige stemmen, degene die zes stemmen (of meer) heeft gekregen, gekozen is. Indien er 11 geldige stemmen zijn uitgebracht, is eveneens diegene die zes stemmen (of meer) heeft gekregen gekozen.
24. Wat is een geldige stem?
Dat is een stembiljet waarop duidelijk zichtbaar één persoon is gestemd en waar dit met gesloten briefjes (dus anoniem) is gebeurd. Andere stembiljetten zijn niet geldig en tellen niet mee. Als bijvoorbeeld 20 stemgerechtigde lidmaten aanwezig zijn, moeten er ook 20 stemmen worden uitbracht. Als dat niet het geval is, is de stemming ongeldig en zal de stemming opnieuw plaats moeten vinden. Als vervolgens blijkt dat van de twintig uitgebrachte stemmen er twee blanco zijn en er één stembiljet is waarop twee namen zijn aangekruist, zijn er drie stemmen ongeldig en tellen deze niet meer mee. Vervolgens worden de overige zeventien stemmen geteld. Degene met de volstrekte meerderheid van de zeventien stemmen (negen of meer) is vervolgens verkozen.
Zie ordinantie 1, artikel 23.
25. Wat moet er gebeuren als de stemmen staken en er geen meerderheid is?
Indien er gestemd wordt over een dubbeltal dient nog een keer een stemming gehouden te worden. Als ook dan de stemmen staken, dient nogmaals een stemming gehouden te worden. Als in deze derde stemming opnieuw de stemmen staken, is de oudste in leeftijd gekozen. In het hervormde kerkrecht heeft de oudste een streepje voor! Indien gestemd wordt over een verkiezingslijst met meer dan twee namen, dient na de eerste stemming een tweede stemming gehouden te worden. Als ook dan de stemmen staken dient een stemming gehouden te worden waarbij alleen nog gestemd kan worden tussen de twee die in de tweede vrije stemming de meeste stemmen hebben gekregen. Eventueel kan door middel van een tussenstemming bepaald worden wie op dit dubbeltal geplaatst worden.
Zie ordinantie 1, artikel 23.
26. Wie mogen de stemmen tellen?
Daartoe worden door de voorzitter van de stemmingsvergadering (minimaal) twee personen aangewezen uit de aanwezige lidmaten. Dit mogen zowel ambtsdragers als niet-ambtsdragers zijn.
27. Op welke manier moet verslag van de stemmingsvergadering gemaakt worden?
Van de uitslag van elke stemming wordt door het stembureau een proces-verbaal opgemaakt. Dit verbaal wordt ondertekend door de leden van het stembureau en met de stembriefjes in bewaring gegeven van het archief van de gemeente. Een voorbeeld van een verbaal is te vinden op de website van de kerk.
28. Moet de gekozene direct zijn beslissing kenbaar maken?
Nee. Hij wordt door de kerkenraad schriftelijk op de hoogte gesteld van zijn verkiezing en heeft vervolgens zeven dagen bedenktijd.
Zie ordinantie 3, artikel 10, lid 3.
29. Als een gekozene zijn verkiezing niet aanvaardt, moet de procedure dan opnieuw doorlopen worden?
Ja, de gehele procedure moet opnieuw gevolgd worden. De gemeente dient dus opnieuw de gelegenheid te krijgen om aanbevelingen in te dienen.