• " En Jezus zeide tot hen:
    Volgt Mij na, en Ik zal
    maken, dat gij vissers
    der mensen zult worden. "
    Markus 1 vers 17
  • " Onderzoekt de Schriften;
    want gij meent in dezelve
    het eeuwige leven te
    hebben; en die zijn het,
    die van Mij getuigen. "
    Johannes 5 vers 39
  • " Uw woord is een lamp
    mijn voet, en een licht
    voor mijn pad. "
    Psalm 119 vers 105

Meer over Studenten

Oude Testament (Bachelorscriptie)

Ter afronding van de bachelorfase (jaar 1-3): Bachelorscriptie schrijven met onderwerp naar keuze
Studiefase: einde jaar drie
Auteur: V.S. van der Meer
Begeleider: dr. P. de Vries

Ezechiël 28 en de val van Satan??
Waar denkt u aan als u Ezechiël 28:11-19 leest? Het is aan te raden om dit Bijbelgedeelte te lezen voordat u met dit artikel verder gaat. In mijn scriptie staat de uitleg van Ezechiël 28:11-19 centraal. Door de kerkgeschiedenis heen is er verschillend over deze profetie gedacht. In mijn onderzoek vergelijk ik de visies van drie theologen uit de Vroege Kerk (VK) met drie eigentijdse verklaarders. Daarbij wordt gekeken of de visie van de VK houdbaar is in het licht van de eigentijdse verklaringen.

Vroege Kerk
Drie theologen uit de VK (Tertullianus, Origenes en Augustinus) denken dat Ezechiëls orakel over de val van Satan gaat. Zij allen gebruikten deze tekst in hun strijd tegen ketters die beweren dat God verantwoordelijk is voor het kwaad. De VK-verklaarders gebruiken Ezechiël 28:11-19 om te verdedigen dat de oorspronkelijk goede opperengel zélf gekozen heeft voor de zonde. Ook zagen zij de Bijbel als eenheid (OT en NT zijn gelijk) en gebruikten het NT om het OT uit te leggen. Zo halen zij Lukas 10:18 en Openbaring 12:9 aan ter ondersteuning van hun uitleg van Ezechiël 28. De koning van Tyrus wordt door Ezechiël vergeleken met een gevallen engel omdat hij hier trekken van vertoont en hem het hetzelfde zal vergaan als de ooit zo verhoogde duivel.

Eigentijdse uitleg
Drie eigentijdse verklaarders (Korpel, Jeppesen en Wilson) leggen de passage ‘mythologisch’ uit. Een mythe is volgens de Van Dale ‘een ongegronde godsdienstige overlevering’. Korpel zegt dat Ezechiël een mythe uit de Kanäanitische stad Ugarit heeft gebruikt. In deze mythe valt de hooggeplaatste god Horan uit de godenwoonplaats omdat hij als oppergod El wilde zijn. Korpel toont de overeenkomsten (en volgens haar geringe verschillen) tussen deze mythe en Ezechiël 28. Jeppesen beweert dat de versie in het boek Ezechiël niet origineel is en dat een redactie zijn boodschap bewerkt heeft. De oorspronkelijke schrijver moet zijn informatie hebben gehaald uit een internationale en algemene mythe over een gevallen engel. Wilson gaat nog verder en zegt dat vers 1-10 over de Ugaritische god El gaat en vers 11-19 over een Israëlitische hogepriester. Er zijn vele problemen met de visies van bovengenoemde theologen, maar het strekt te ver om er in dit artikel verder op in te gaan.

Vergelijking en conclusie
Na de verschillende visies vergeleken te hebben valt het op dat de tekstuitleg van beide tijdperken in grondlijnen niet van elkaar verschilt. Alle verklaarders gaan uit van een engelachtige val. Het verschil zit echter in de levensbeschouwing. De VK zag hun uitleg van Ezechiëls profetie als realiteit: het strijden tegen de gevallen engel en de overwinning van God op het kwaad aan het eind der tijden. Ook zag de VK de Bijbel als woord van God. Dit is in tegenstelling tot eigentijdse verklaarders; zij stellen het OT gelijk met Kanäanitische mythen en gaan er niet vanuit dat Ezechiëls profetie historisch betrouwbaar is. Het is slechts een godsdienstig verhaal over een gevallen (af)god van ruim 2500 jaar geleden.
Nu zijn er wel overeenkomsten tussen Ezechiël 28 en Kanäanitische mythen te noemen. Dit kan verklaard worden door het feit dat Ezechiël ongetwijfeld mythen van omringende volkeren heeft gekend, net zoals wij bekend zijn met bijvoorbeeld (delen van) de evolutietheorie. In zijn profetie ontkracht de profeet deze mythen door ze aan te passen naar de waarheid, om te laten zien dat de HEERE God is en de hoogmoedige oordeelt. De Bijbel is in geen opzicht gelijk te stellen aan een mythe omdat het juist om historische gebeurtenissen gaat, in tegenstelling tot de Kanäanitische tradities.
De uitleg van de VK dat het om de val van een engel moet gaan is zo vreemd nog niet wanneer men het OT leest in het licht van het NT. In het boek Openbaring wordt het Nieuwe Jeruzalem gezien als de vervulling van Eden. In ‘Eden’ uit Ezechiël 28:13 klinkt dit ook door. Dit wordt versterkt door de gevonden woordovereenkomsten tussen Ezechiël 28:18-19 en Openbaring 20:10: ‘vuur’ en ‘eeuwigheid’. Johannes heeft de vroegere val van de Satan in vervulling zien gaan in het eindoordeel en heeft hier Ezechiël 28 als bouwsteen voor gebruikt.

NB: Dit artikel is een zeer korte weergave van mijn scriptie. Mocht u interesse hebben in het onderzoek zelf kunt u altijd contact opnemen via victorvdmeer@gmail.com.

  • © hersteld hervormde kerk 2024